Steun het behoud en wederopbouw van plantage Boston in Suriname
De plantage Boston ligt aan de Boven-Saramacca rivier, stroomopwaarts aan de rechterzijde, met linksaf de afslag naar de grote Mahokreek. Het ligt in het bestuursgebied Kampong Baroe.
Yuri Bana, doopnaam Jan Marcus, werd geboren rond 1831 als zoon van Charlotte, een inheemse. Hij werd verliefd op een slavin, genaamd Maria MacGregors geboren rond 1849. Om met haar te kunnen trouwen, moest hij Maria en haar broer Tobias vrij kopen. Hij huwde haar op 10 april 1868 in het district beneden Saramacca. Uit dit huwelijk werden negen kinderen geboren.
De plantage Boston ligt aan de Boven-Saramacca rivier, stroomopwaarts aan de rechterzijde, met linksaf de afslag naar de grote Mahokreek. Het ligt in het bestuursgebied Kampong Baroe.
Vanwege zijn verdiensten in het leger in de rang van korporaal kreeg hij op 5 november 1886 via een koninklijk besluit, plantage Boston aan de rechter oever van de Saramacca rivier (200 hectare groot), in allodiale eigendom en erfelijk bezit. Dat betekent dat de plantage geëxploiteerd moest worden, anders ging het terug in de”boezem”van de staat.
De staat Suriname concludeerde echter op zeker moment, dat er geen zichtbare economische en sociale activiteiten op plantage Boston plaatsvonden, die voldeden aan het allodiale eigendomsrecht. Vanwege het allodiale eigendomsrecht werd Plantage Boston door de vorige regering gereserveerd voor particuliere houtkap (er was ook al sprake van illegale houtkap) en tevens had een investeerder al geprobeerd om de plantage voor miljoenen van de overheid te kopen.
Gelukkig hebben wij als bestuur en nazaten van Yuri Bana dit tijdig kunnen tegenhouden en zijn er nu afspraken met de districtscommissaris van Saramacca gemaakt om dit in de toekomst te voorkomen. Als plantage Boston niet tot ontwikkeling komt, is de kans groot dat het zoals eerder gesteld werd, terugvalt in de “boezem “van de staat.
Daarom vragen wij, nazaten van Yuri Bana, u een donatie, zodat wij de plantage van onze voorouders weer tot bloei kunnen brengen en verder kunnen ontwikkelen. Om dit mogelijk te maken is er veel geld nodig. Het beoogde bedrag is €15.000. Dit bedrag willen wij door middel van crowdfunding verkrijgen.
Onze eerste prioriteit gaat uit naar het aanleggen van een weg en het bouwen van een brug naar de plantage. Als dat eenmaal aangelegd is, willen wij verder met het volgende:
- De plantage schoonmaken, onderhouden en weer tot bloei brengen;
- Schoonmaken en onderhouden van de eeuwenoude begraafplaatsen;
- De oeroude bomen en planten beschermen en/of herbeplanten;
- De heilige plaatsen van onze voorouders schoonmaken en beschermen;
- Het aanleggen van een groene dijk ter bescherming van de oever (er heeft reeds een informatief gesprek hierover plaatsgevonden met het Ministerie van Landbouw, Veeteelt en Visserij);
- Het bevorderen van landbouw, veeteelt, visserij en ecotoerisme;
- Creëren van werkgelegenheid in de regio.
Ontwikkeling van de plantage betekent ontwikkeling van de regio en ontwikkeling voor Suriname!!
Het is mooi om te zien dat de nazaten van Yuri Bana over de hele wereld verspreid wonen en de plantage van hun voorvader weer in alle eer willen herstellen. Vanuit het diasporabeleid van de Surinaamse overheid, krijgen wij alle medewerking, maar echter niet financieel. Wij hebben uw hulp daarom hard nodig.
STEUN ONS! STEUN HET BEHOUD EN WEDEROPBOUW VAN PLANTAGE BOSTON
Voor verdere informatie verwijzen wij u naar het facebookprofiel van Yuri Bana Boston. Mede namens de nazaten, Humphrey Powell, Darnell Lee-On, Claudette Markus, Marciano Powel, Rudolf Powel en Urmi Markus, bedanken wij u alvast voor uw donatie.
Namens deze Dennis Markus
Bronnen: familie verhalen, Wikipedia en het burgerlijk wetboek
Allodiaal eigendom en erfelijk bezit
Allodiaal eigendom en erfelijk bezit is de rechtsverhouding waaronder verreweg de meeste grond in Suriname is uitgegeven. Allodiaal eigendom is een soort tussenvorm tussen volledig eigendom en eeuwigdurende erfpacht. Het is in feite eigendom met beperkingen. In koloniale tijden waren deze beperkingen voornamelijk dat de grond bebouwd moest worden en dat de “eigenaar” een bijdrage moest leveren aan het onderhoud van de kolonie en de verdediging van de kolonie.